Nieuws /
Ondanks de stevige
financiële tegenwind, mede als gevolg van de coronacrisis, wil Súdwest-Fryslân
de komende jaren blijven investeren. Voor de vijf
verschillende thema’s in de ontwikkelagenda (Sneek, Bolsward, IJsselmeerkust,
Ut de Mienskip, Duurzame Ontwikkeling) wil de gemeente tot en met 2024 zo’n 9 miljoen
euro vrijspelen.
Dit
blijkt uit de Programmabegroting 2021 en de Meerjarenraming 2022-2024 die het
college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad heeft gepresenteerd.
“Door de huidige coronacrisis leven we in een onzekere tijd”, zegt wethouder
Gea Wielinga, die de portefeuille financiën beheert. “Het blijft lastig om de
financiële gevolgen van de coronapandemie in te schatten. Wel zeker is dat we
deze crisis zien als kans voor structuurwijzigingen en nieuwe manieren van
samenwerking.”
Zo
verwacht het college dat ‘corona’ vooral op de middellange en lange termijn zal
leiden tot blijvende veranderingen in het gedrag en denken van mensen. Zo zal
thuiswerken veel meer gemeengoed worden en daarmee een groeiend aantal mensen
in de Randstad bewegen om verder van hun werk te gaan wonen. “Dit biedt op
termijn kansen voor onze gemeente als aantrekkelijke woon- en
vrijetijdsgemeente, maar bijvoorbeeld ook voor de arbeidsmarkt”, schrijft het
college.
Het
college wil onverminderd inzetten op ‘wonen, werken en genieten’. Met oog voor de
ruimtelijke kwaliteit, voor duurzame en circulaire economische ontwikkeling en
voor voorzieningen in samenhang tot elkaar. Genoemd wordt onder andere ‘het
verbeteren van het cultureel klimaat’, door samenwerking tussen de musea te
stimuleren.
Een
voorbeeld van ‘Gastvrij Súdwest-Fryslân’ is de aanleg van zeven toeristische
overstappunten in de gemeente, zogeheten TOPs. Ook andere Friese gemeenten doen
mee. Een TOP is een gemarkeerd informatiepunt in de buurt van een
horecagelegenheid, bedoeld als uitvalsbasis voor bezoekers om de omgeving te
ontdekken.
Om
het huishoudboekje voor 2021 en de jaren erna sluitend te krijgen, heeft het
college een aantal zaken geschrapt of voor zich uit geschoven. Zo wordt de doordecentralisatie van het
voortgezet onderwijs uitgesteld, en is het jaarlijks evenement op het gebied
van cultuur of sport verdwenen.
Anderzijds wil het college hogere kosten door
achterstallig onderhoud voorkomen, en is daarom het budget voor onderhoud van
bruggen, kaders/oevers en wegen verhoogd. Een en ander heeft wel tot gevolg dat
de gemeente ook de komende jaren een beroep moet doen op haar algemene reserve.
Deze zakt van 14,6 miljoen euro (eind 2020) naar 8,5 miljoen euro (eind 2024).
Dat is nog ruim boven het berekende weerstandsvermogen. Dat is het bedrag dat
beschikbaar moet zijn voor het opvangen van risico’s.
Voor inwoners blijven de financiële gevolgen beperkt. De afvalstoffenheffing gaat omhoog, wat neerkomt op gemiddeld 31 euro per huishouden per jaar. De onroerendezaakbelasting (ozb) wordt alleen trendmatig verhoogd (inflatie 1,8 procent), zoals de afgelopen tien jaar steeds is gebeurd.
De
gemeenteraad bespreekt de begroting in zijn vergadering van 12 november.