Nieuws /

De terp waarop het stadhuis in Bolsward is gebouwd, is ten minste duizend jaar oud. Deze conclusie trekken de onderzoekers van archeologisch adviesbureau RAAP na vier weken veldwerk achter het ruim vier eeuwen oude pand in de stad.

“Voor de tiende eeuw werd het gebied al wel gebruikt”, zegt archeoloog Yvonne Boonstra van de gemeente Súdwest-Fryslân. “Dit kunnen we zien aan de enorm vertrapte laag onder de terp. Maar van bewoning leek in de negende eeuw nog geen sprake.” Naar bewoning moet waarschijnlijk gezocht worden bij de terp waarop de Martinikerk staat. “Daar zijn eerder al vondsten van zo’n tweeduizend jaar oud gedaan.”

Bolsward aan het water
Tijdens het veldwerk is in de afgelopen weken heel duidelijk geworden dat de terp zich door de eeuwen heen uitbreidde. Boonstra: “De stad groeide. Toen het na de bedijkingen niet meer nodig was om op te hogen begon men ook buiten de terp te wonen.” De gracht naast de terp werd hierbij steeds verder naar het westen verlegd.

Zo is mogelijk de huidige gracht naast de Wipstraat ontstaan. “Het lijkt er op dat er een aanlegplek voor schepen is geweest bij een voorganger van deze gracht, in ieder geval vanaf de vijftiende eeuw. Een stenen ad met een soort van aanlegsteiger en zware beschoeiing wijzen hierop.” Gezien de diepte en breedte van de gedempte gracht zijn het kleine schepen geweest, met een vrij platte bodem.

Grote steen met ring
De oogst aan vondsten in vier weken veldwerk varieert van fundamenten van huizen en een kerk en waterputten tot verharde weggetjes en sloten. En van zilveren munten en serviesgoed van aardewerk tot beschilderde tegeltjes en voorwerpen van bot. “Heel interessant” noemt Boonstra een grote steen met daaraan een ring met daarnaast een wat kleinere steen.

“We vermoeden dat hier schepen konden worden aangelegd. Dit zijn stenen uit de ijstijd, aangevoerd door de gletsjers vanuit Scandinavië. Ze zijn van hetzelfde type als de stenen die in Drenthe voor de hunebedden zijn gebruikt. Deze moeten per boot zijn aangevoerd, want deze stenen komen zo ondiep in de grond niet voor in dit gebied.”

Bolsward was vroeger uitstekend bereikbaar via het water dankzij een goed ontwikkeld waternetwerk. Waterwegen waren vroeger de belangrijkste manier van transport in Friesland. Door de natte klei en het zompige veenlandschap waren de onverharde landwegen onbetrouwbaar. Pas rond 1840 werden in Friesland verharde wegen aangelegd en verloren de waterwegen langzaam maar zeker hun functie als belangrijkste verkeersaders.

Foto’s Tonnie Siemonsma.

De opgravingen gaan door in januari, want nog niet het gehele areaal is onderzocht.

Meer nieuwsberichten

Súdwest-Fryslân start proef om statushouders aan het werk te helpen.

Daarnaast is het voor werkgevers een mooie kans om gemotiveerde medewerkers aan te nemen en zo openstaande vacatures in te vullen. Het programma draagt zo bij aan een sterkere, meer diverse arbeidsmarkt.”

Landelijk initiatief

‘Proeven voor Startbanen’ is een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het programma biedt statushouders een stevige basis voor hun toekomst en versterkt tegelijkertijd de arbeidsmarkt in de regio. Een aantal gemeenten is vorig jaar al gestart en ervaart dat werk sterk bijdraagt aan integratie van statushouders. Voor 2025 is Sudwest-Fryslan één van de drie nieuwe deelnemende gemeente aan de pilot.

Súdwest-Fryslân werkt samen met andere gemeenten en regio’s, zoals Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam, om deze aanpak verder te ontwikkelen en te verbeteren. Súdwest-Fryslân laat daarin vooral zien hoe anders werk en meedoen in de maatschappij kan zijn in een plattelandsregio. Dit in vergelijking met stedelijke gebieden.

Oproep aan werkgevers: bied een startbaan aan!

De gemeente zoekt voor 80 statushouders een startbaan bij lokale bedrijven en maatschappelijke organisaties. Werkgevers krijgen medewerkers die graag werkervaring opdoen en begeleid worden door de gemeente. Súdwest-Fryslân biedt zowel de werkgever als de werknemer ondersteuning om de combinatie van werk en leren succesvol te maken. Voor werkgevers zijn loonkostensubsidies beschikbaar om eventuele verminderde productiviteit tijdelijk op te vangen.

Wethouder Marianne Poelman: “Langs de zijlijn staan helpt niemand vooruit. Werken, mensen ontmoeten en de taal leren – dát maakt het verschil. Het geeft mensen niet alleen een beter toekomstperspectief, maar het maakt ze ook mentaal sterker. En voor werkgevers die staan te springen om personeel is dit een geweldige kans. In Súdwest-Fryslân pakken we dit samen op en bouwen we aan een toekomst waarin iedereen mee kan doen.”

6 januari 2025

Elke maand onze nieuwsbrief ontvangen?

Ook samenwerken? Word nu lid

Neem contact op